Rugwind voor de hybride warmtepomp
Bij huishoudens die met aardgas worden verwarmd, is ruimteverwarming verantwoordelijk voor 50% tot 60% van hun CO2-voetafdruk. Er zijn wel een aantal pilots met waterstof, maar de ‘Grote 3’ die de kar moeten trekken in de transitie van ruimteverwarming zijn de ‘all-electric’ warmtepomp, de hybride warmtepomp, en warmtenetten.
Warmtenetten in zwaar weer
Een warmtenet transporteert warm water van een warmtebron naar woningen. Het is vooral kostenefficiënt in dichtbevolkte gebieden en staat daarom ook bekend als stadsverwarming. Bij aansluiting op een warmtenet kun je niet overstappen van leverancier, waardoor er een monopolie ontstaat. De Warmtewet beschermt consumenten door een maximumprijs vast te stellen via het Niet Meer Dan Anders-principe (NMDA), zodat warmte niet duurder is dan gas. Warmtenetten stoten gemiddeld 60% minder CO₂ uit dan cv-ketels. Daarom wil Nederland de half miljoen aansluitingen verdubbelen tegen 2030 en uitbreiden naar 2,7 miljoen in 2050.
Echter, de kosten voor stadsverwarming zijn gestegen door inflatie en hogere materiaalprijzen. Bovendien wordt het NMDA-principe vaak niet waargemaakt, waardoor warmteklanten soms honderden euro’s per jaar extra betalen en het gevoel wordt versterkt dat men is overgeleverd aan de monopolist. Woningcorporaties - die ~30% van de woningen beheren - stoppen daarom met nieuwe aansluitingen, wat de rendabele uitbreiding van warmtenetten belemmert.
Om het tij te keren wil het Ministerie van EZK de tarieven loskoppelen van de gasprijs en baseren op daadwerkelijke kosten. Ook moeten toekomstige warmtebedrijven voor meer dan 50% in handen zijn van (lokale) overheden om zo meer controle te houden over de energietransitie. Warmtebedrijven vrezen echter dat deze maatregelen hun investeringen onverantwoord maken omdat ze de risico’s niet langer zelf kunnen beheersen, dat verwarmen met aardgas vaak goedkoper wordt en dat de financiële onzekerheid alleen maar toeneemt omdat de vraag naar warmte afneemt en de kosten blijven stijgen. Uit cijfers van de drie grootste warmtebedrijven Eneco, Vattenfall en Ennatuurlijk, die samen meer dan driekwart van warmtenetaansluitingen beheren, blijkt nu dat 91% van de aanleg van de nieuwe aansluitingen stilligt. Hoe meer mensen intussen overstappen op warmtepompen, hoe minder rendabel het wordt om nieuwe warmtenetten aan te leggen.
Ook de All-E HP heeft het moeilijk
All-electric warmtepompen worden afgeraden door netbeheerders die hun netwerk zien vollopen. De provincie Utrecht luidde eerder dit jaar de noodklok over het overvolle elektriciteitsnet; zonder ingrijpende maatregelen dreigt in 2026 ongecontroleerde stroomuitval. Daarom worden ‘onorthodoxe maatregelen’ voorgesteld. Een opmerkelijke maatregel, waar Stedin (actief in Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland) eerder al op hintte is het plaatsen van hybride warmtepompen, in plaats van volledig elektrische om de druk op het stroomnet te verminderen.
Ook EZK ziet hybride warmtepompen als deel van de oplossing. “Bij hybride warmtepompen kan er geschakeld worden tussen gebruik van elektriciteit en aardgas, waardoor deze technologie veel minder belastend is voor het elekticiteitsnet”, schreef de minister al eens.